Everzwijnen in Genk: een overzicht

De aanwezigheid van everzwijnen in Vlaanderen is een verrijking voor onze biodiversiteit, maar zorgt ook voor uitdagingen. Dat hebben we in Genk zeker al mogen ervaren. Hoe geven we onze natuur alle kansen, zonder te veel schade? Stad Genk is hier al een paar jaar mee bezig. Hieronder lees je een overzicht. 

Everzwijnen zijn terug

Everzwijnen werden rond de Tweede Wereldoorlog quasi uitgeroeid bij ons. In 2006 werden de eerste exemplaren opnieuw waargenomen in Vlaanderen en in 2008 ook in Genk. Sindsdien nemen hun aantallen steeds toe. Dat is goed nieuws voor de natuur: het bewijst dat onze bossen en de omliggende gebieden gezond zijn. Ook in de rest van Europa waren er meer everzwijnen, net zoals andere grote wilde dieren.

De everzwijnen die momenteel in Vlaanderen zitten, zijn waarschijnlijk een combinatie van (illegale) uitzettingen, maar zeker ook door natuurlijke uitbreidingen. Dit wil dus ook zeggen dat everzwijnen hier ook nu perfect thuishoren, en dat everzwijnen ook zonder die illegale uitzettingen tot bij ons zouden zijn geraakt.

Hoeveel er vandaag in Vlaanderen leven, is niet bekend. Het schatten van het aantal everzwijnen is een grote uitdaging. Everzwijnen blijven niet netjes binnen een begrensd gebied: ze zijn niet honkvast en kunnen soms grote afstanden afleggen. Afschotcijfers wijzen er wel op dat de populatie groeit in aantal en verspreiding. 

De snelheid waarmee de populatie everzwijnen aangroeit is grotendeels afhankelijk van het klimaat en de hoeveelheid beschikbaar voedsel. Geslachtsrijpheid van een zeug hangt namelijk af van haar gewicht, niet van haar leeftijd. Als er meer voedsel beschikbaar is, groeit een everzwijn sneller en zal ze eerder vruchtbaar worden. Een hogere voedselbeschikbaarheid zorgt daarbij voor meer energie om jongen groot te brengen.
Door het opwarmende klimaat maken bomen meer zaden aan (eikels, kastanjes, beukennootjes) die dienen als voedsel voor everzwijnen. Dat maakt dat er het hele jaar door jongen geboren worden, en niet enkel in de traditionele periode tussen maart en april. Bovendien zorgen zachtere winters ervoor dat minder jongen sterven van de kou, waardoor de populatie sneller groeit.

Overlast in Genk

Rond 2018 beginnen de everzwijnen voor ellende te zorgen: verkeersongevallen en schade aan tuinen duiken steeds vaker op. Wandelaars komen soms een in paniek wegspurtend zwijn tegen en schrikken zich rot. In 2020 sukkelde er zelfs een everzwijn in een zwembad. In 2022 bereikt de overlast een hoogtepunt. 

Everzwijnen zijn als cultuurvolgers meester in het aanpassen aan de verstedelijkte omgeving. Door dat enorme aanpassingsvermogen leren ze in te schatten waar en wanneer het veilig is om de bewoonde omgeving te betreden om bijvoorbeeld te foerageren in afval- en composthopen. De ‘rust’ in de bewoonde omgeving wordt voor everzwijnen nog versterkt doordat jacht of bestrijding in bewoond gebied zeer moeilijk is. 

De aanwezigheid van everzwijnen in Genk wordt versterkt omdat de groene en blauwe dooradering tot diep in de stad reikt. Natuur en bebouwing vloeien in elkaar over, de everzwijnen gebruiken de verschillende stukjes natuur als autostrade tussen wijken en andere natuurgebieden. Everzwijnen leven bijvoorbeeld ook in onbebouwde, verwilderde percelen tussen woningen of kleine bosjes dicht bij huizen. De Stiemervallei is als beekvallei ideaal voor de everzwijnen om in te leven en zich binnen te verplaatsen. Op dat vlak is Genk een bijzondere stad in Vlaanderen. (Maar wel vergelijkbaar met andere steden in Europa zoals Berlijn, waar deze problematiek ook leeft.)

Ook duiken er zoveel everzwijnen in de Genkse verstelijking op omwille van het zogenaamde 'fastfood' in de buurt: Kattenbrokken, groenafval, en inhoud van vuilniszakken zijn lekkere hapjes voor everzwijnen. Vinden de dieren naast een gedekte tafel ook een veilig plekje, dan gaan ze zich thuis voelen in de stedelijke omgeving. 

Aanpak van Stad Genk

Sensibilisatie en preventie

Everzwijnen mochten dan wel een hele tijd afwezig geweest zijn in Vlaanderen, ze horen thuis in onze natuur. Daarom is het belangrijk om te leren samenleven met deze dieren. Intensieve sensibilisering en preventiecampagnes werden op poten gezet.

De stad gaf - mede via het Heempark - informatie over de dieren als soort, legde uit wat je kan doen als je een everzwijn tegenkomt en wat je zelf kan doen om schade aan je eigendom te voorkomen en everzwijnen zo veel mogelijk te weren uit de bewoning. Naast informatie, werden er ook activiteiten georganiseerd in het Heempark: Lezingen, infoavonden, wandelingen...

De meest effectieve voorzorg die men kan nemen om de tuin te beschermen is het plaatsen van een stevige omheining. Zo organiseerde Stad Genk in 2019 een stadsbrede groepsaankoop van omheining die everzwijnen van je perceel moet houden. Hiervoor ging de stad via een aanbestedingsprocedure op zoek naar de leverancier die de beste prijs kan bieden voor de materialen die hiervoor nodig zijn (draad, palen...).

(Deze groepsaankoop is afgesloten en wordt niet meer herhaald, de handleiding die toen werd samengesteld is wel nog beschikbaar.)

Verpachten jachtrechten (Sinds 2019)

Omwille van de toenemende overlast besluit de stad in 2019 om ook in te zetten op jacht door de jachtrechten in het bos van Zonhoverheide te verpachten. In 2020 voegde ze daar nog de bossen Horensberg en Bodem 1+2 aan toe. De jacht heeft als doel de everzwijnenpopulatie te controleren, schade in de woonwijken te voorkomen en het risico op verkeersongevallen te beperken. In 2024 liep de originele overeenkomst af, de samenwerking met de jagers verliep vlot en de voorwaarden werden nageleefd. Er waren ook geen conflicten met bijvoorbeeld recreanten. Daarom werden de rechten opnieuw in de markt gezet om weer te verpachten. 

Leertraject everzwijnen in woonwijken (2023)

De jacht op everzwijnen is gebonden aan veel regels en voorwaarden die het onmogelijk maken om aan wildbeheer te doen in bewoonde gebieden. Ondanks sensibilisering, preventie en de verpachting van de jachtrechten in Genkse bossen, bleven de problemen met everzwijnen in de bewoonde gebieden bestaan. Niet alleen in Genk is/was dit een probleem, maar in meerdere gemeenten in Vlaanderen. Daarom besloot het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in 2023 om samen met stad Genk een leertraject op te starten. 

Wildbeheer in bewoonde gebieden werd dus in 2023 voor het eerst succesvol uitgetest in Genk. Sinds het proefproject is het aantal meldingen van schade door everzwijnen aanzienlijk gedaald en daarom rolt ANB deze aanpak in 2024 ook uit in de rest van Vlaanderen.

In het leertraject in de woonwijken van Genk werd een team aangesteld dat zich toelegt op everzwijnbeheer. Het team werkt via sensibilisering, preventie en populatiebeheer, en zoekt daarbij naar de meest geschikte aanpak voor verstedelijkte omgevingen.

  • Sensibilisering: Het team ondersteunt de communicatie van de Vlaamse overheid en de gemeente. Het is een direct aanspreekpunt voor burgers. 
  • Preventie: Het team geeft persoonlijk advies aan wie potentieel schade ondervindt en desgevallend praktische hulp bij het toepassen van preventieve maatregelen, aanvullend op het algemene preventiebeleid. 
  • Beheer: Op het vlak van beheer gebruikt het team bestaande beheerinstrumenten. Daarnaast krijgt het team in overleg met Natuur en Bos toelating tot het experimenteel inzetten van bijkomende instrumenten zoals bersjacht bij nacht of het gebruik van luchtdrukwapens om everzwijnen in kooien te schieten. 

Daarnaast werd geëxperimenteerd met concepten van een nieuw wettelijk kader, met bijvoorbeeld minder of andere administratieve verplichtingen. Gedurende heel 2024 wordt het traject verder uitgebreid naar een breder werkingsgebied.