Wat vind jij belangrijk in de buitenschoolse opvang en vrije tijd? Stad Genk vroeg het aan 1100 ouders en 200 kinderen om zo het Genkse BOA-beleid vorm te geven. Tegen 2026 wil Genk in elk stadsdeel een gelijkwaardig en geïntegreerd opvang- en vrijetijdsaanbod.
In 2016 startte Genk met de uitrol van de gecentraliseerde buitenschoolse opvang in 5 gebieden (noord, oost, zuid, west en centrum). Op die locaties is er ook een activiteitenaanbod, zowel binnen de opvang als erbuiten. Het gaat om teken- en muzieklessen, sportactiviteiten, lessen rond techniek, … georganiseerd samen met partners zoals de Genkse academie, T2-campus en Gigos vzw. Daarnaast organiseren de opvangbegeleiders tal van activiteiten, waaronder de kookbende, het moestuinproject, het gamingproject en een heel traject rond avontuurlijk spel.
Taal en natuur
Om na te gaan hoe tevreden de ouders en de kinderen zelf zijn over het aanbod organiseerde stad Genk een 2-ledige bevraging. Er werden 1100 ouders bevraagd met een kind in een Genkse basisschool. De bevraging toont aan dat veel ouders tevreden zijn over het aanbod in Genk, al mag er meer aandacht zijn voor taal en natuur. 75% van de ouders kiezen naschoolse activiteiten vooral op basis van de interesse van hun kind(eren). Kinderen niet inschrijven voor activiteiten, heeft te maken met de uren van de activiteiten of met de leeftijd van het kind; ouders vinden ze soms nog te jong. Dat de activiteiten georganiseerd worden via de opvang of zelfs in de opvang en dat ze dus zelf niet moeten instaan voor het vervoer vinden de ouders heel praktisch en belangrijk. Ook de openingsuren van de opvang vinden de ouders een grote meerwaarde.
Zelf kiezen
Naast de ouders werden 200 kinderen bevraagd: 75 kleuters en 125 lagere schoolkinderen tussen de 5 en 12 jaar. Beide groepen kregen de vraag wat ze momenteel na schooltijd doen en wat ze graag zouden willen doen als ze mochten kiezen. De kleuters hebben het liefst afwisselende, kleine activiteiten in het bijzijn van vertrouwde gezichten, in een warm nest. Kinderen op de basisschool geven aan dat ze tijdens de buitenschoolse kinderopvang de tijd willen hebben om te kiezen, momenten van rust willen ervaren en niet altijd willen deelnemen aan georganiseerde activiteiten. Veel van hen hebben al een hobby die ze buiten de schooluren beoefenen. Tot slot besteden kinderen veel van hun vrije tijd aan schermen, en als het aan hen ligt, zouden ze dit nog meer willen doen. Dit is een aspect waar zowel de opvang als vrijetijdspartners op een verantwoorde manier mee kunnen omgaan.
BOA-decreet
Vanaf 2026 krijgen alle lokale besturen de regierol over de organisatie van hun buitenschoolse opvang en activiteiten. Vanaf dan treedt immers het decreet BOA (Buitenschoolse Opvang en Activiteiten) in voege. Wij werken als een van de weinige steden al een tijdje volgens dit decreet, maar we willen onze werking en ons aanbod blijven verbeteren. Dat doen we samen met onze opvang- en vrijetijdspartners, maar o.a. ook met het Huis van het Kind, Sociaal Huis Portavida en onze onderwijspartners, zegt schepen van Talentontwikkeling Anniek Nagels. Als stad vinden we het belangrijk dat er op vier talentdomeinen wordt ingezet namelijk artistieke, sportieve , sociale en technologische vaardigheden. De vraag om meer met natuur en natuureducatie te doen is een eyeopener die we uit deze bevraging zeker gaan meenemen in de verdere uitbouw. Daarnaast is alles rond schermgebruik ook interessant om met de partners op te nemen.
Op dit moment maken ongeveer 3500 Genkse kleuters- en lagere schoolkinderen gebruik van de buitenschoolse opvang. Heel wat kinderen nemen deel aan activiteiten in de opvang of aan activiteiten waar ze via de opvang naartoe worden gebracht. Voor veel gezinnen is deze ondersteuning, in de huidige drukke maatschappij, bijna onmisbaar geworden. Het is dan ook heel belangrijk dat kinderen zich er thuis voelen en er hun talenten kunnen ontwikkelen en dat ouders zoveel mogelijk ontzorgd worden via een toegankelijk en betaalbaar aanbod.