Maak kennis met Geert Verheyen (42), de korpschef van politiezone CARMA. Door zijn dynamische aanpak kunnen we vandaag meer dan ooit rekenen op een betrouwbaar politiekorps.
Wie is Geert?
- Sinds 2022 korpschef van politiezone CARMA
- Getrouwd, 2 kinderen
- Groeide op in Arlon en Leopoldsburg
- Zijn vader was militair
- Studeerde criminologie in Leuven
- Doet aan gevechtssport
Je werkt al lang bij de politie en had verschillende functies. Sinds vorig jaar ben je korpschef bij politiezone CARMA. Wat is precies jouw rol?
Verheyen: Ik ben de eindverantwoordelijke van de politiezone CARMA en sta in voor het dagelijks bestuur. Dat betekent dat ik naast het beheer van personeel ook het budget moet beheren, een beetje zoals een bedrijfsleider. Neem je zelf alle beslissingen? Verheyen: Nee, dat doe ik samen met het politiecollege en de politieraad.
CARMA is een grote zone, wat gebeurt er als iemand naar de 112 belt? Wie sturen jullie dan?
Verheyen: Als jij de 112 belt met een dringende oproep, streven we ernaar dat er binnen de tien minuten een combi ter plaatse is. Dat gaat niet als elke combi uit Genk moet vertrekken. Dus hebben we nog een site in Bree. De noodhulpcentrale zit in Hasselt. Zij zien waar elke ploeg zit en ze sturen de ploeg die het dichtstbij is.
Wat is het verschil met kleinere politiezones?
Verheyen: We hebben veel meer mogelijkheden en specialisaties. Er zijn bijvoorbeeld agenten die zich bezighouden met radicalisering en extremisme. Zij monitoren alles wat een bedreiging kan zijn voor de samenleving: van extreemlinks tot extreemrechts. Er is ook een drone-team, voor ons is het heel handig om live beelden te krijgen bij incidenten. We hebben een team dat bezig is met politiehonden. Er is een verkeersdienst met motards en er zijn ook quads die nuttig zijn in bosrijk gebied of bij de begeleiding van stoeten en evenementen. Er zijn secties die zich bezighouden met zware criminaliteit en zedenzaken. Er is een economische en financiële cel: zij hebben zelfs cursussen boekhouding gevolgd om financiële fraude op te sporen. De mensen van de computer crime unit hebben dan weer een zeer technisch profiel en kunnen computers of telefoons uitlezen na een huiszoeking. Kleine politiezones hebben dat allemaal niet.
Blijkbaar zijn jullie ook gespecialiseerd in het verhoren van kinderen?
Verheyen: Dat klopt. Als minderjarigen slachtoffer zijn van een misdrijf, krijgen we de opdracht van het parket om ze audiovisueel te verhoren. Ze worden uitgenodigd om naar hier te komen en dan worden ze verhoord door een politieambtenaar die daar een speciale opleiding voor kreeg. Het is heel belangrijk dat men correcte vragen stelt. Zo moeten suggestieve vragen bijvoorbeeld vermeden worden. Kinderen zijn namelijk heel vatbaar voor suggestie.
Niet iedereen is fan van de flikken. Hoe komt het dat er zo veel vooroordelen zijn? Verheyen: Als mensen aan de politie denken, hebben ze vaak het beeld in hun hoofd van wijkagent Louis op zijn fiets en die twee ambetanteriken in een combi die je nummerplaat opschrijven als je te snel rijdt. Terwijl er achter de schermen een immens groot team bezig is met de veiligheid van de burger. Vooroordelen zijn vaak afkomstig van mensen die al in aanraking kwamen met de politie. Als er op onze website een klacht binnenkomt, gebeurt het trouwens regelmatig dat de klager persoonlijk uitgenodigd wordt en dan gaan we in dialoog. Dat helpt om misverstanden te voorkomen. Als er iets misgelopen is, vind ik het trouwens geen schande om dat toe te geven en te beloven dat we het in de toekomst anders en beter doen.
Welke misverstanden bestaan er over de politie?
Verheyen: Doordat veel mensen Amerikaanse tv-series kijken, denken ze dat het hier ook zo is. Onze procedures zijn echter totaal anders. Een vrouw eiste onlangs nog meteen een advocaat. Maar zo werkt het hier niet.
Met welke uitdagingen heeft een stad als Genk méér te kampen dan de kleinere buurgemeentes?
Verheyen: Genk heeft meer cafés dan een landelijke gemeente, dus is er meer risico op geluidsoverlast. Mensen wonen ook dichter bij elkaar, waardoor er meer kans is op burenruzies. En onze stad is een multiculturele omgeving, wat ook uitdagingen met zich meebrengt. Er zijn soms spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen. Daarnaast is er een grote voetbalploeg. We volgen alle groeperingen op rond KRC Genk. Er zijn supporters met minder goede bedoelingen die we in de gaten moeten houden. Dat doen we met spotters, politiemensen in burger die zich tussen de supporters begeven tijdens wedstrijden. Nu KRC Europees speelt, krijgen we ook meer bezoekers uit het buitenland. Dat brengt weer andere uitdagingen met zich mee, zeker op logistiek vlak.
Welke kwaliteiten moet een politieman of -vrouw hebben om in Genk te kunnen werken?
Verheyen: Je moet een kameleon zijn: heel snel kunnen schakelen in verschillende omstandigheden. Ik heb trouwens enorm veel bewondering voor onze mensen op straat. Ze kunnen van de ene op de andere seconde in een crisissituatie belanden. Het ene moment moeten ze hun vuurwapen trekken, het andere moment stellen ze ernstige verkeersongevallen vast en daarna moeten ze tussenkomen bij intrafamiliaal geweld. En dat allemaal in één shift. Politiemensen hebben soms een zwart gevoel voor humor, maar dat is een coping mechanisme. Ze moeten een beetje verharden, anders hou je dit beroep niet vol.
Welke kwaliteiten moet een politieman of -vrouw hebben om in Genk te kunnen werken?
Verheyen: Je moet een kameleon zijn: heel snel kunnen schakelen in verschillende omstandigheden. Ik heb trouwens enorm veel bewondering voor onze mensen op straat. Ze kunnen van de ene op de andere seconde in een crisissituatie belanden. Het ene moment moeten ze hun vuurwapen trekken, het andere moment stellen ze ernstige verkeersongevallen vast en daarna moeten ze tussenkomen bij intrafamiliaal geweld. En dat allemaal in één shift. Politiemensen hebben soms een zwart gevoel voor humor, maar dat is een coping mechanisme. Ze moeten een beetje verharden, anders hou je dit beroep niet vol.
Wat is het grootste risico dat politiemensen lopen?
Verheyen: De onvoorspelbaarheid. Een situatie kan zeer snel omslaan. Bijvoorbeeld bij intrafamiliaal geweld. Er wordt ook op hen geschoten. En enkele jaren geleden zijn twee motards in elkaar geslagen. Bij één van hen is zijn hoofd bijna letterlijk tot pulp geslagen. Hij heeft het overleefd, maar is nooit meer dezelfde geworden.
Wat maakt je trots?
Verheyen: Ik ben trots op de mensen die zich hier elke dag blijven inzetten en er staan. Daar heb ik absolute bewondering voor.
SAMEN VOOR EEN VEILIG GENK
Niet enkel de politie, ook de stad Genk denkt aan de veiligheid van de burgers. Het Veiligheidshuis in Genk is een dienst die zich richt op het voorkomen van criminaliteit en onveiligheid, maar ook op het verhogen van de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel. Het Veiligheidshuis werkt samen met verschillende andere diensten, zoals de afdelingen Sociale Zaken, Woonbeleid en Mobiliteit. Meer dan honderd werknemers staan in voor de veiligheid van de Genkaren. Zo zetten ze volop in op inbraakpreventie, cybercriminaliteit en drugpreventie. Maar wat is buurtprobleem nummer één? Onaangepaste snelheid in het verkeer. Er zijn daarom al veel uiteenlopende maatregelen genomen die tot doel hebben een duurzame gedragsverandering te bekomen. Iedereen moet zich aan de opgelegde snelheid houden. En het werkt: de meeste Genkaren houden zich vandaag aan de maximumsnelheid, rijden traag in de buurt van spelende kinderen en zorgen er zo voor dat iedereen zich veilig kan voelen op straat. De stad zal daarom ook blijvend inzetten op de kleine minderheid die koppig te snel blijft rijden.