Vragen over de aanpak van het onderzoek
Waarom is er opnieuw een humane biomonitoring uitgevoerd?
In navolging van de vorige humane biomonitoring in 2010, werd er zowel door de Vlaamse overheid als door de Stad Genk een actieplan opgesteld. Deze 2 plannen werden verenigd in het E-missieplan. In dit plan staan verschillende acties om de milieudruk in de buurt van het industriegebied te verminderen en om aan gezondheidsopvolging te doen. Voor de beste manier om aan gezondheidsopvolging te doen, zijn er een heel aantal opties onderzocht. Uiteindelijk is er door experten gekozen om opnieuw een humane biomonitoring uit te voeren met 14-15 jarige jongeren.
Waarom werd bij beide humane biomonitoringscampagnes gekozen voor jongeren. Kunnen we hun resultaten zomaar doortrekken naar de algemne bevolking?
Er zijn verschillende redenen waarom we deze en vorige keer voor jongeren hebben gekozen. Door nu opnieuw voor 14-15 jarigen te kiezen konden we goed vergelijken met vorige keer en met Vlaanderen. Algemeen geven jongeren een vrij goed beeld van de recente lokale blootstelling. Ze verblijven nog een relatief groot deel van hun tijd dicht bij huis. En in vergelijking met oudere leeftijdsgroepen is er minder invloed van historische blootstelling en geen invloed van beroepsblootstelling. Ook leeftstijlfactoren spelen een rol, die kunnen verschillen met andere leeftijdsgroepen, maar ook binnen de jongeren onderling.
Daarnaast is de leeftijd van 14-15 jaar ook nog jong genoeg om iets te doen met de preventieve adviezen die vanuit de resultaten van het onderzoek worden geformuleerd.
En hoe zit het nu met de stoffen die jullie niet gemeten hebben ?
We kunnen niet alles meten, dus hebben we een keuze gemaakt. We hebben stoffen gemeten die bij het vorige onderzoek in 2010 een aandachtspunt waren of omdat ze verhoogd voorkomen in de luchtmetingen van de Vlaamse Milieumaatschappij ( VMM).
Daarnaast hebben we ook zaken gemeten en bevraagd die relevant zijn om een inschatting te maken van de milieudruk op de gezondheid van de omwonenden van het industriegebied Genk-zuid. Zoals het voorkomen van astma, allergie en infecties. Of metingen op eventuele DNA-schade.
Naast de stoffen die onderzocht werden in de humane biomonitoring worden er permanent luchtmetingen uitgevoerd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), naar een heel aantal chemische stoffen. Deze metingen worden halfjaarlijks opgevolgd door de provinciale stuurgroep Genk-Zuid. Hier worden zowel naar de concentraties in de lucht gekeken als naar wat dit betekent voor de gezondheid.
Vragen rond de resultaten
Wat als ik een gezondheidskundige richtwaarde overschrijd, word ik dan ziek?
De gezondheidskundige richtwaarde is een waarschuwingsgrens, geen alarmgrens. Ze geeft aan vanaf welk gehalte je gezondheid risico kan lopen. Dat wil niet zeggen dat je ziek wordt.
PAKs waren vorige keer ook al een probleem. Wat is de oorzaak?
Na de humanebiomonitoringcampagne van 2010 werd er door de Vlaamse overheid een vervolgonderzoek naar PAKs uitgevoerd in de twee aandachtsgebieden (Genk-Zuid en Menen). Het doel van dit onderzoek was om de bronnen van PAKs te bepalen. Uit het onderzoek bleek dat verhoogde blootstelling aan PAKs in Genk en Menen niet gelinkt kan worden aan één specifieke bron. Zowel verkeer als houtstook bleken belangrijke bronnen. In de onderzoeksperiode in de winter was er duidelijk een grote invloed van houtverbranding. Hierdoor waren er amper verschillen in PAKs-concentraties tussen de onderzochte aandachtsgebieden (Genk-Zuid en Menen) en een landelijk referentiegebied.
In de zomer waren de gehalten in de aandachtsgebieden wel hoger dan het landelijk gebied, en zorgt dus vooral verkeer voor een verschil. Daarnaast dragen ook rookgedrag en voeding bij aan de persoonlijke blootstelling aan PAKs. Industrie kwam niet als specifieke bron uit dit onderzoek.
Deze trend zien we ook terugkomen op de meetresultaten van de PAKs luchtmeetpost van de Vlaamse Milieumaatschappij ter hoogte van het centrum Bethanië in Genk-Zuid.
Wat is de bron van de blootstelling aan cadmium?
Na de humane biomonitoringscampagne van 2010 werd er voor cadmium bijkomend gekeken naar welke bronnen zouden kunnen bijdragen aan een verhoogde interne blootstelling. De biomonitoring leverde immers geen directe relaties met bronnen op en ook geen relatie met de afstand tot de meetpost. Ook in de huidige biomonitoringscampagne werd er voor cadmium geen relatie gevonden met de metingen in de lucht, de ligging en de afstand van de woning tot de industriezone.
De expertengroep concludeerde na de biomonitoringscampagne van 2010 wel dat de bronnen voor een stuk historisch zijn. Dit wordt nu ook bevestigd in het huidig onderzoek. Waar we duidelijk zien dat de blootstelling aan cadmium op middellange termijn gedaald is in de tijd (gemeten door cadmium in bloed) maar dat de blootstelling in Genk nog steeds hoger is dan in Vlaanderen. De merker op lange termijn (gemeten door cadmium in urine) daalt trager dan de merker op middellange termijn. Wat ook wijst op een deels historische bron. Maar extra aandacht voor cadmium en de piekblootstelling aan cadmium blijft noodzakelijk.
Er werd ditmaal geen specifiek onderzoek naar de bronnen van cadmium uitgevoerd. De industriële bronnen werden in het verleden door het beleid aangepakt en zijn ondertussen gesaneerd. Blootstelling aan cadmium kan eventueel wel nog door het eten van groenten uit eigen tuin, waar de bodem nog cadmium bevat van verontreiniging in het verleden. Cadmium wordt in tegenstelling tot vele andere zware metalen wel door planten opgenomen. Vooral dan in bladgroenten zoals spinazie en sla. De opname beperken kan je door de zuurtegraad (pH) van je moestuin hoog te houden. In een neutrale bodem wordt cadmium veel minder makkelijk opneembaar dan in een zure bodem. Meer tips over gezond tuinieren vind je op de website www.gezonduiteigengrond.be.
Wat kan ik zelf doen?
Moeten we verhuizen naar buiten Genk-Zuid?
Nee, de resultaten van de humane biomonitoring zijn eerdere geruststellend, en niet alarmerend. Verhuizen is dus zeker geen advies. Voor verschillende zware metalen is er een duidelijke verbetering. Sommige stoffen, zoals cadmium en PAKs, blijven nog een aandachtspunt, en vragen dus om verdere maatregelen.
Bovendien is de luchtkwaliteit een aandachtspunt voor heel Vlaanderen, en volgens de Wereldgezondheidsorganisatie bij uitbreiding voor heel Europa. Er is de laatste jaren al sterk ingezet op de verbetering van de luchtkwaliteit. Maar we behoren nog steeds tot de slechter scorende regios van Europa op dat vlak. Dit komt omdat we in een sterk geïndustrialiseerde regio wonen met een dicht wegennet. Belangrijke luchtvervuilende stoffen zoals PAKs en fijn stof, zijn daarom ook geen Genks probleem, maar een probleem voor heel Vlaanderen.
Daarnaast moet je ook in het achterhoofd houden dat de leefomgeving maar voor een deel de gezondheid van een persoon bepaalt. Ook de eigen leefstijl telt mee.
Mogen we nog zelf geteelde groenten eten, nu cadmium een aandachtspunt is ?
Als je zelf je groenten en fruit teelt en opeet, dan is het steeds belangrijk dat je rekening houdt met de bodem en de omgeving. Dus ook in Genk-Zuid moet je rekening houden met de omgeving. Omdat de vervuilende stoffen voornamelijk in de omgevingslucht voorkomen en dus ook in stof dat kan neervallen op je oogst, houd je best met volgende zaken rekening:
- Eet gevarieerd uit eigen tuin.
- Wissel regelmatig af tussen eigen geteelde groenten en groenten van de winkel.
- Was je groenten en fruit goed (minstens 2 maal onder stromend leidingwater).
- Schil je groenten en fruit of verwijder de buitenste bladeren.
Om de eventuele opname van cadmium, afkomstig van verontreiniging in het verleden, in planten te beperken is het goed om een correcte zuurtegraad van je bodem te hanteren. Bij een neutraal pH (zuurtegraad) kan cadmium minder makkelijk worden opgenomen dan bij een zure bodem.
Van vis eten wordt altijd gezegd dat het gezond is. Maar krijg ik dan geen kanker door arseen?
Vis is een belangrijke bron van omega 3- vetzuren wat je helpt beschermen tegen hart- en vaatziektes. Het zorgt voor veel vitamine B12 en B3, gezonde eiwitten en sporenelementen waar we soms maar weinig van binnenkrijgen.
Maar vis en schaaldieren bevatten ook stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid zoals de zware metalen kwik, arseen,… of dioxines opgeslagen in het vet van vette vissen. Het arseen wat je binnenkrijgt door het eten van vis en schaaldieren is wel vooral de organische, niet toxische vorm van arseen.
Voor een goed evenwicht tussen de mogelijke gezondheidsvoordelen en nadelen en rekening houdend met de ecologische impact van overbevissing, is het advies om één keer per week vis te eten.
Mag ik mijn houtkachel nog gebruiken?
De uitstoot van PAKs is afkomstig van verschillende bronnen: de verwarming van onze gebouwen, het verkeer, de industrie. Ook via geroosterde voeding en sigarettenrook wordt men blootgesteld. De laatste jaren zien we dat de uitstoot afkomstig van gebouwverwarming door huishoudens sterk stijgt. Dit komt omdat we met zijn allen meer hout verbranden in kachels en open haarden. Bij houtverbranding komen niet enkel PAKs vrij, maar ook fijn stof en dioxines. Vooral bij droge, windstille dagen bereiken de concentraties een piek. De verbranding van hout draagt zo bij aan de luchtvervuiling zowel buitens- als binnenshuis. Meer informatie over correct stoken vind je op www.stookslim.be.
Is het roken van een waterpijp (in een shisha-bar) ook schadelijk ?
Waterpijp roken wordt gezien als iets gezellig en onschuldig. Maar het is net zo ongezond als sigaretten roken, of zelfs nog ongezonder. Waterpijp roken zorgt voor 25 maal meer teer dan één enkele sigaret. Omdat de waterpijp voor de gezelligheid wordt gerookt, duurt zo een sessie wel wat langer als het roken van één sigaret. Onderzoekers hebben berekend dat in een sessie van ongeveer 40 minuten, je 125 keer meer rook binnenkrijgt en 10 keer meer koolstofmonoxide (CO). Meestal zit er ook tabak in de mengeling voor de waterpijp. Doordat de rook van een waterpijp minder heet is ga je deze extra diep in je longen trekken, en zo krijg je tot 2,5 keer meer nicotine binnen. De gevolgen zijn dus vergelijkbaar met die van het roken van sigaretten. En door de nicotine kan waterpijpen ook verslavend zijn.
Ook als je niet zelf rookt, maar in een omgeving bent waar waterpijp wordt gerookt zoals in een shisha bar, dan kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. Je wordt dan nog steeds blootgesteld aan hoge concentraties vervuilende stoffen zoals koolstofmonoxide en fijn stof.
Mag ik water uit onze waterput gebruiken?
Putwater is grondwater dat wordt opgepompt in een put. De kwaliteit van je putwater is afhankelijk van de samenstelling van je bodem, de bouw van je put en de mogelijke verontreiniging in de omgeving.
Als je water van je put gebruikt om de drinken, koken, douchen,… dan moet dit altijd gezond en schoon zijn. Dit kan je enkel weten door je putwater regelmatig te laten controleren. Richtlijnen in verband met deze controles kan je terugvinden op www.vmm.be/water/drinkwater/putwater.
Heeft het zin regelmatig mijn bloed te laten controleren en wat moet ik laten testen?
Het biomonitotingsonderzoek dat werd uitgevoerd is vooral een middel om de invloed van het milieu op een groep te onderzoeken. Dit gebeurt aan de hand van persoonlijke resultaten, maar de meeste conclusies kunnen enkel op groepsniveau genomen worden. Vanuit deze conclusies op groepsniveau kunnen er dan maatregelen genomen worden om de blootstelling in de regio voor iedereen te doen dalen.
Het is dus als gezond persoon niet noodzakelijk om regelmatig je bloed te laten controleren. Indien je specifieke gezondheidsproblemen hebt of als je erg bezorgd bent over je blootstelling aan chemische stoffen, dan bespreek je dit best met je huisarts. Hij/ zij kan samen met jou bekijken hoe dit best wordt aangepakt.
Kan er een nieuwe humane biomonitoring komen om te zien of het ook zo blijft de komende jaren ?
De huidige resultaten, in combinatie met de milieumeetgegevens van de Vlaamse Milieumaatschappij maken het niet noodzakelijk om op korte termijn een nieuw biomonitoringsonderzoek te voeren in Genk-Zuid. In Vlaanderen blijft biomonitoring wel belangrijk. De inzichten die hierbij verworven worden komen ten goede van zowel het Vlaams als lokaal beleid. En kunnen dus ook belangrijk zijn voor Genk-Zuid.