Het fietspad op de Noordlaan zal binnenkort worden vernieuwd. Daarnaast worden er ook voorzieningen getroffen voor het openbaar vervoer en voor voetgangers. Met deze maatregelen streeft de stad naar een veiligere omgeving voor alle weggebruikers. Bij de werkzaamheden wordt zorgvuldig rekening gehouden met de aanwezige natuur.
Nieuwe voorzieningen voor alle weggebruikers
De Noordlaan in Winterslag vormt een belangrijk onderdeel van het Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk en is een populaire route voor fietsers. Na jaren van intensief gebruik is het fietspad van de Noordlaan aan vernieuwing toe. Daarom zal het fietspad worden vernieuwd en verbreed volgens de richtlijnen van het Fietsvademecum. “Hiermee willen we de veiligheid en het comfort voor fietsers waarborgen. Ook het fietspad op de Zonhoverweg tot aan de grens met Zonhoven zal worden aangepakt”, vertelt schepen van Mobiliteit, Karel Kriekemans.
Daarnaast zullen de bushaltes langs de Noordlaan worden vernieuwd en toegankelijker gemaakt. Verder komt er een nieuw Hoppinpunt aan de halte Winterslag Spoorwegstraat, waardoor reizigers nog vlotter kunnen overstappen op verschillende vervoersmiddelen. Ook zullen er tussen de rotonde aan de Boxbergstraat en het kruispunt met de Eikenlaan voetpaden worden aangelegd.
Minimale impact op natuur
Tijdens de werken wordt er zorgvuldig rekening gehouden met het aanwezige groen. Om de bomen te beschermen zullen er geprefabriceerde platen worden gebruikt. Deze duurzame aanpak beperkt de impact op de bomen en hun wortelstructuur, en maakt toekomstige herstellingen eenvoudiger.
Gezamenlijke investering
Het project bevindt zich in de laatste fase voor uitvoering. In de komende maanden worden enkele belangrijke goedkeuringen verwacht. In oktober en november zal de projectstuurgroep het ontwerp goedkeuren om in aanmerking te komen voor de subsidie van het Fietsfonds. Vervolgens zal de gemeenteraad in het najaar het volledige dossier goedkeuren.
De totale kosten van het project worden geraamd op ongeveer 2,5 miljoen euro. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de Provincie Limburg en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), die samen 90% van de kosten dekken. De stad neemt de resterende financiering voor haar rekening.
