Werkgroep medioren

Een gesprek met voorzitter Luc Boelen van de werkgroep medioren

 

Waarom bestaat er een werkgroep medioren?

Luc: Onze opdracht is advies te geven aan het beleid, andere instanties en verenigingen over wat de Genkse 55- tot 67-jarige aanbelangt. Onze doelgroep is heel specifiek en bijzonder verscheiden en heeft daarom een sterke nood aan een beleid op maat. Sommige medioren zijn gestopt met werken, anderen zijn nog actief op de arbeidsmarkt. Maar ze bevinden zich allemaal op een kantelpunt in hun leven en zijn op zoek naar een nieuwe invulling. Als medior hoor je niet meer bij de jeugd, maar ben je ook nog geen senior. Daardoor ga je nadenken over wat nog komen gaat en proberen wij als werkgroep antwoorden te formuleren om daar zo goed mogelijk mee om te springen, zowel voor het beleid als de medior zelf.

 

De werkgroep werd enkele jaren geleden opgericht en luidde een verjongingsoperatie binnen de Adviesraad 55+ in. Waarom was dat nodig?

Luc: Medioren en senioren hebben heel wat kennis en ervaring in het leven opgebouwd. Als je die kan gebruiken om het beleid te helpen verbeteren en sterker op maat te maken van een niet zo kleine doelgroep, dan mag je dat potentieel niet verloren laten gaan.

 

Waarom was je kandidaat-voorzitter?

Luc: Ik zie er het nut van in voor de doelgroep van de Genkse medioren. Ik ben al een tijd lid van de werkgroep en mocht de zeer goede en gedreven leiding onder Georges Janssen ervaren. Ook vanuit mijn functie als lid van het dagelijks bestuur van de Adviesraad 55+ heb ik een goed zicht op de werking en de boeiende doelstellingen van deze werkgroep. Destijds meldde ik mijn interesse om lid te worden overigens na een artikel in de Horizon.

 

Met welke ambitie neem je het voorzitterschap van Georges over?

Luc: Samen met de anderen wil ik ervoor zorgen dat de overgang van medior naar senior zo vlot mogelijk verloopt. En natuurlijk blijven we erover waken dat de noden van de medioren goed worden ingevuld en knelpunten weggewerkt met goede adviezen aan het bestuur.