Muzen uit Genk: het Mijndepot in Waterschei (nov 2020)

In de Horizon van november 2020 lieten we Jean Ooms aan het woord over zijn muze in onze stad: het Mijndepot. Jean noemt het een parel waar je als Genkenaar zeker niet aan voorbij mag gaan. Een ontmoeting met Jean drong zich op. Aangezien we niet alle interessante elementen uit dat gesprek konden opnemen in de Horizon kan je hier verder lezen.

Vanuit welke overtuiging rijpte het idee om het Mijndepot op te richten?

Jean: Het Depot, of zoals wij hier zeggen: het museum, is er gekomen op aandringen van ons, de mijnwerkers zelf. Aangezien er in de mijn van Beringen al een Mijnmuseum bestaat, mogen wij dat van ons zo niet noemen. Maar onder elkaar en tegenover de bezoekers doen we dat toch. Want die naam dekt de lading: een bezoek aan het Mijndepot is als een reis in de tijd. Bij ons vind je de meest uiteenlopende, originele voorwerpen uit de tijd van toen. Wie wil weten in welke omstandigheden mijnwerkers echt leefden tijdens hun werk in de ondergrond moet het Depot bezoeken.

Waarom is er nood aan een museum als dit?

Jean: Net zoals oud-strijders hebben ook mijnwerkers hun leven gegeven. Niet minder dan 900 van hen hebben het leven gelaten in de Limburgse mijnen. En dan spreek ik nog niet over al diegenen die gestorven zijn aan stoflongen, het gevolg van jarenlange arbeid in een ongezonde en slecht verluchte omgeving. Voor je het Depot binnenkomt, zie je een herdenkingsplaats met witte stenen. Die symboliseren alle overleden mijnwerkers in de Limburgse steenkoolmijnen. Elk jaar worden die gehuldigd tijdens een ingetogen herdenkingsmoment.

Krijgt dat offer te weinig erkenning?

Jean: Eerlijk? Ik vind van wel. Waar zouden Limburg en Genk gestaan hebben zonder de mijnen? Daar mag best wat meer aandacht voor zijn. Daarom proberen wij bezoekers zo dicht mogelijk bij de realiteit te brengen in het Depot, dat ook een verzamelpunt is voor alle mijnwerkers en hun sympathisanten. Elk jaar organiseren we het Sint-Barbarafeest, genoemd naar de patrones van de gevaarlijke beroepen. Daar komen 200 tot 300 mensen naartoe.

Wat is de grootste opsteker voor bezoekers?

Jean: Vooral de jeugd kan hier leren hoe goed ze het momenteel hebben. Studeren was vroeger een luxe die mijnwerkerskinderen zich niet konden permitteren. Om dat respect en verschil in omstandigheden te duiden, hebben we een afspraak met heel wat geschiedenisleraren in Genkse scholen. Zij brengen elk jaar een bezoek aan het Mijndepot en vertellen over de steenkoolmijnen in hun lessen. In samenspraak met die leerkrachten hebben we een diploma opgesteld voor scholieren uit het lager en middelbaar onderwijs. Wie aan het einde van de rondleiding voldoende onthouden heeft, ontvangt het diploma. Zo stimuleren we hen zeker goed op te letten.

Welk belang hebben de mijnen gehad voor Genk en Limburg?

Jean: Zonder de mijnen was Genk niet wat het nu is. Al die prachtige gebouwen! De economische motor die de mijnen destijds aanzwengelden, draait nog altijd. Zo kon Genk uitgroeien tot een stad. Ook KRC ontstond uit de mijnen, waarvan de arbeiders bij Winterslag of Waterschei speelden. Ik durf stellen dat heel Limburg is gebouwd op de kracht van de mijnstreek. Het is dan ook jammer dat bijna alle aandacht naar C-mine gaat, waar je geen uitleg krijgt over het leven in de ondergrond. Akkoord: de schachttoren en de zalen die je er kan bezichtigen, zijn prachtig. Maar voor een inkijk in het mijnwerkersberoep en -leven moet je bij ons zijn.

Bezoek het Mijndepot

Thor Park (linkerzijde van het gebouw)

www.mijndepot.be

089 73 18 34

0475 82 08 26