In de Horizon van mei – augustus 2022 lieten we Jan Zoons aan het woord over het verhaal achter het monument ter nagedachtenis aan een gecrasht vliegtuig in Bokrijk tijdens Wereldoorlog II. Dat stuk uit de Horizon kan je hier nalezen.
De boeiende geschiedenisleerkracht op rust bezorgde de redactie van de Horizon echter ook een interessant uittreksel uit het boek over Wereldoorlog II in Bokrijk dat hij schreef. Wij pikten er enkele fotos en verhalen uit, die we de lezers van de Horizon niet willen onthouden.
Zoals Jan in het artikel in de Horizon uitlegt, was het gecrashte vliegtuig op 15 maart 1945 op de terugweg van een bombardement op de Duitse industriestad Hagen, zon twintig kilometer ten zuiden van Dortmund. Bokrijk was dan wel al op 13 september 1944 bevrijd door de Second Armed Division van het Amerikaanse leger. De volledige en onvoorwaardelijke overgave van de Duitsers liet nog tot 8 mei 1945 op zich wachten.
Achter dit huis in de Berenbroekstraat (nummer 132) stortte de Halifaxbommenwerper neer.
Bemanningsleden
Voor zijn missie steeg het toestel op vanaf de luchtmachtbasis van Elvington in Groot-Brittannië. Alles samen namen aan de bestoking van Hagen 267 bommenwerpers deel, waaronder de Halifax NA-166 die in Bokrijk uit de lucht werd gehaald door een Duitse nachtjager.
Van de zeven Franse bemanningsleden overleefden drie de crash. Sergeant-piloot Louis Lourdaux, sergeant-schutter Georges Brulet, sergeant-boordmecanicien François Hautcoeur en luitenant-bommenrichter Henri Lamontagne brachten het er jammer genoeg niet levend van af. Ze werden met militaire eer begraven op het ereperk van het kerkhof in Hasselt. Enkele jaren later werden ze ontgraven en naar Frankrijk overgebracht.
Van links naar rechts: Georges Brulet, Henri Lamontagne, Gilbert Poncet, André Desplaces
François Hautcoeur
Louis Lourdaux in de cockpit van zijn toestel (links)
Chançards
De drie overlevenden waren luitenant-commandant Gilbert Poncet, sergeant-radionavigator Joseph Bernasconi en sergeant-koepelschutter André Desplaces.
Vooral het verhaal van Poncet spreekt daarbij tot de verbeelding. Zonder schietstoel naar buiten gekatapulteerd, daalde hij neer in vrije val. Toch slaagde hij er op het nippertje nog in om zijn valscherm open te trekken, waarna hij neerplofte in de tuin van een broederklooster in de buurt. De ontzet naar buiten gelopen broeders droegen hem de kapel binnen, die verlicht was met kaarsen voor het gebed. Toen ik wakker werd, zag ik drie wezens rond mij, in het wit gekleed met een lantaarn, verklaarde Poncet later. Ze spraken een mij onbekende taal, die later Vlaams bleek te zijn. Ik geloofde dat ik aan de aarde ontstegen was en de hemel had vervoegd. Ik waande me in het voorportaal van een andere wereld en verwachtte me aan een kruisverhoor. Maar toen ik mijn gezicht aanraakte (en mijn zuurstofmasker voelde) besefte ik dat ik nog leefde. Op zijn vragende blik kreeg hij als antwoord: U bent in het klooster van Bokrijk.
Gilbert Poncet, geridderd tot officier van het Légion d'honneur
Desplaces bleef in het Franse leger na de oorlog en werd er vijftien jaar later bevorderd tot adjudant-chef. Als piloot bestuurde hij nog het vliegtuig van president Charles De Gaulle.
Voor meer info over het monument en het volledige verhaal erachter kan je contact opnemen met Jan Zoons: jan.zoons1@telenet.be
Alle foto's op deze pagina werden ons bezorgd door schrijver en geschiedkundige Jan Zoons.