In de Horizon van september hadden we een interessant gesprek met de Genkse kunstschilder Sylvain Vandekerckhove. Hij deed als bewoner van woonzorgcentrum De Olijfboom mee aan de uitdaging van de Adviesraad 55+ om jongeren en medioren en senioren aan te sporen met fotos, kunstwerken en gedichten de hartelijke dynamiek in onze stad te verbeelden. Tijdens ons gesprek boeide Sylvain ons met meer dan we in de Horizon konden opnemen.
In het interview met de Horizon vertelde je dat je al meer dan 50 jaar schildert. Hoe ben je begonnen?
Sylvain: Op de normaalschool waar ik studeerde, ging redelijk wat aandacht naar knutselen en tekenen. Ik kon toen wel al schilderen, maar deed het nog niet zo veel. In het weekend eisten mijn ouders dat mijn aandacht naar mijn studies ging en was er ook niet bijster veel tijd om te schilderen. Als ik verder terugga naar mijn kinderjaren herinner ik me dat ik begonnen ben met pastelkrijtjes. Daarna schakelde ik over op waterverf en maakte ik werkjes met een verfborstel. Nog wat later waagde ik me aan olieverf en gebruikte ik een aardappelmesje. Dat viel zo leuk mee dat ik er nooit meer van ben afgeweken.
Wat schilder je het liefst?
Sylvain: Landschappen en oude gebouwen. Voor portretten moet je niet bij mij zijn. Het liefst van al trek ik naar Brugge, naar de Reien en het begijnhof. Brugge is een bijzonder dankbaar schilderobject. Je vindt er eindeloos veel mooie en historische plaatsjes en hoeken die nog altijd niet op doek zijn gezet. Bovendien kan een lichte wijziging van de invalshoek al een heel ander tafereel opleveren.
Voor hoeveel haal je een echte Sylvain Vandekerckhove in huis?
Sylvain: Daar antwoord ik liever niet op. Geld speelt voor mij geen rol. Ik schilder louter voor mijn plezier. Maar het klopt dat ik ook nu nog schilder voor mensen die me dat vragen. Rijk word ik er zeker niet van (lacht).
Je vertelde dat je vader afkomstig is uit West-Vlaanderen. Hoe belandde hij in Genk?
Sylvain: De oorlog bracht hem hier, de liefde hield hem hier. Bij het beleg van Kortemark bij Diksmuide in de Eerste Wereldoorlog ontvluchtten grote groepen mensen de streek. Dikwijls kwamen die in Limburg terecht. Hier in Genk leerde mijn vader mijn moeder kennen. Toen de oorlog voorbij was, plaatste zijn vader hem voor het dilemma weer mee te gaan naar West-Vlaanderen en het meisje dat hij hier leerde kennen te vergeten of hier te blijven en met haar te trouwen. Hij koos voor het laatste, maar kon zijn geboortegrond toch niet vergeten. Vaak nam hij mij mee op reis langs de vele kleine dorpjes in zijn geboortestreek. Ook ik voel me daardoor met West-Vlaanderen verbonden. En al helemaal met het Brugge waar de tijd op sommige plaatsen prachtig is blijven stilstaan.