Heel wat Genkenaren hebben vragen bij de werken die in Opglabbekerzavel uitgevoerd worden. Op deze pagina willen we daar graag een antwoord op bieden.
Zit je toch nog met vragen waarvan je het antwoord niet kan vinden op de website?
- Kom dan zeker naar een van onze infowandelingen!
- Kijk eens bij de algemene FAQ over natuur
- Stuur een mailtje naar natuur@genk.be
We begrijpen dat de impact van fietsen (of ruiteren) op de natuur niet altijd meteen duidelijk is voor elke bezoeker. Toch is deze niet te onderschatten! Zeker niet in open natuur, daar heeft verstoring een grotere impact dan in een bos. Als er te veel fietsers op een pad komen, neemt de verstoring toe en kan dat broedende dieren wegjagen. Diepe wielsporen kunnen tot bodemschade leiden en de bodem raakt samengedrukt. Daardoor kunnen er minder planten groeien. Heide, maar ook andere typische heideplanten zijn erg kwetsbaar waarvan al niet meer veel overblijft, we moeten die laatste beetjes dus echt wel beschermen en in goede conditie houden.
Bovendien groeien er op Opglabbekerzavel stokoude wintereiken op stuifduinen. Die zijn zo waardevol en uniek in Vlaanderen dat ze absoluut beschermd moeten worden. Sommige eiken zijn wel 800 jaar oud. Die oude bomen fixeren het zand van de waardevolle stuifduinen. Als daar dan voortdurend overheen gefietst wordt, verdwijnt de natuurlijke strooisellaag van blaadjes, mos en takken, dan erodeert het zand, en komen de wortels bloot te liggen. En dan zijn zowel de bomen als die stuifduinen gedoemd om te verdwijnen.
Geen machines zijn natuurlijk altijd beter dan de minst schadelijke machines, maar we hebben deze machines echt wel nodig om de werken uit te kunnen voeren. De aannemer krijgt specifieke instructies over het gebruik van machines om de schade te minimaliseren en hoe hij het terrein achteraf moet afwerken en herstellen. De machines die gebruikt worden bij deze werken, moeten bijvoorbeeld brede banden of rupsen hebben, waardoor de bodemdruk sterk beperkt wordt ten opzichte van smallere banden.
Een voorbeeld: Op onderstaande foto zie je de sporen in de zandweg nadat er een voertuig van zo'n 15 ton over is gereden. Dit voertuig is uitgerust met maar liefst 8 wielen met extra brede banden om de bodemdruk te verminderen. Met zo'n gewicht vinden we die sporen reuzegoed meevallen.
Heidelandschappen zijn gevormd door mensenhanden. Deze halfnatuurlijke, open landschappen zijn daarentegen geen minderwaardige natuur. Er hebben zich in de loop der eeuwen honderden soorten dieren en planten gevestigd; velen daarvan vinden we nergens anders meer terug. West-Europese heidegebieden zijn uniek. Net zoals we voor onze monumenten zorgen, moeten we ook zorgen voor de natuurtypes die hier al zo lang aanwezig zijn.
De sleutel tot een gezonde planeet met gezonde natuur is biodiversiteit: de variatie aan dieren en planten. De combinatie van bos, graslanden, heide, duinen, vijvers… zorgt voor een veel grotere diversiteit dan enkel bos.
De werken worden op ongeveer 300 000 euro geraamd en worden voor 90% gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid en het Europees fonds voor Plattelandsontwikkeling. De overige 10% wordt gefinancierd door Stad Genk. De stad investeert dus in dit project.
Ook goed om te weten: alle opbrengsten die we in Genk vergaren door de verkoop van hout, gaan 100% terug naar de natuur. Stad Genk kapt dus geen bomen om winst te maken, maar net om de natuur te versterken. Meer daarover lees je op https://www.genk.be/bosbeheerplannen-06-26
Allereerst is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen het verwijderen van invasieve exoten zoals Amerikaanse vogelkers en het kappen van niet-invasieve, grotere bomen zoals zomereik of grove den. De exoten die we verwijderen overwoekeren de andere planten en verspreiden zich enorm snel. Deze planten worden dus zo veel mogelijk gemeden omdat ze de ecologische toestand van het gebied verslechteren.
Er zullen echter ook grotere bomen gekapt worden, dat doen we omdat de heide momenteel te zeer verbost is. Door de veelheid aan bomen verdwijnt het open karakter van de heide dat ervoor kan zorgen dat de dieren van de heide zich niet verplaatsen in het gebied. Bovendien zorgen bomen voor schaduw en dus ook voor koelte. De insecten, reptielen en amfibieën in de heide kunnen zo niet gedijen omdat hun leefgebied te koud wordt.
Alle werken in de natuur worden uitgevoerd op basis van natuurbeheerplannen en in functie van Europese en Vlaamse natuurdoelen. In zon plan wordt vastgelegd hoe een gebied in de komende 24 jaar beheerd zal worden. Samen met experts maakt de stad de beheerplannen op. Ze worden dan goedgekeurd door het Agentschep voor Natuur en Bos die ook de nodige vergunningen aflevert.
Nee, niet alle bomen moeten verdwijnen. We creëren wel zones waar geen bomen staan – er zijn immers soorten die dat wensen – maar elders laten we ook enkele bomen staan. Dat is mooi in het landschap en waardevol voor de natuur. De bomen die verdwijnen worden ook zorgvuldig gekozen: exoten verdwijnen sowieso. Voor de rest maken we een afweging zodat de bomen verspreid staan en er variatie is in soort en ouderdom. Bomen met laaghangende takken hebben de voorkeur om te blijven staan, want die bieden een plekje voor grondbroedende vogels zoals de nachtzwaluw of boompieper.
Heide is een kwetsbaar natuurtype dat enorm onder druk staat. In Vlaanderen is 95% van onze heidegebieden verloren gegaan. Er blijven slechts een paar snippers over. Nochtans is 13% van de meest bedreigde dier- en plantensoorten er afhankelijk van. We doen het dus niet alleen voor dit mooie paarse plantje, maar ook voor de dieren die in heidegebieden leven. Daarnaast biedt heide heel wat ecosysteemdiensten: zo sijpelt er op droge heidegebieden (zoals in Genk) 75% van de regen in ter aanvulling van de grondwatertafel. In eikenbossen is dit 30% en in naaldbossen slechts 15%!
Nee, want naast de klimaatcrisis woedt er ook een enorme biodiversiteitscrisis. We stevenen af op een massale uitstervingsgolf. Als we de planten en dieren die afhankelijk zijn van de heide willen redden, moeten we zorgen voor voldoende leefgebied. Meer dan de snippers heide nu hebben ze nood aan grotere, robuuste en vooral ook verbonden heidegebieden. Bovendien kan er véél meer regenwater insijpelen in een heidegebied dan in bossen, dat is een goede zaak want door de klimaatverandering zullen we vaker intensere regenbuien ervaren.