Je hoeft niet naar een exotisch land te gaan om interessante dierensoorten te ontdekken. Dat kan ook gewoon in Genk!
ZADELSPRINKHAAN
Wat? Een grote sprinkhaan uit de familie van sabelsprinkhanen.
Hoe herken je hem? De vorm van het halsschild lijkt op een zadel. Het lichaam is geel, groen of blauwgroen. Heeft een fors gebouwd, bolrond achterlichaam.
Waar? Droge, schrale gebieden zoals heide. Deze sprinkhaan komt nog maar op vijf plaatsen voor in Vlaanderen. Op de Opglabbekerzavel in Genk woont de grootste populatie.
ORANJETIPJE
Wat? Een kleine voorjaarsvlinder die je vooral ziet in april en mei.
Hoe herken je hem? De mannetjesexemplaren hebben aan hun vleugeltippen een grote oranje vlek, de rest van het vleugeloppervlak is wit. Onderaan zijn de vleugels wit en groen.
Waar? De vlinders houden van de
Pinksterbloem. Door een goed maaibeheer kan die bloem goed groeien in vochtige graslanden en open bossen.
BOOMKIKKER
Wat? Kikker die leeft in struiken en kleine bomen. Het is de enige van zijn soort die in België en Nederland voorkomt.
Hoe herken je hem? Grasgroene, kleine kikker met een donkere streep tussen rug en buik. Kenmerkend zijn de hechtschijfjes aan het uiteinde van de vingers en tenen, waardoor ze vlot
op oevervegetatie en takken kunnen kruipen.
Waar? Open plekken waar veel zon komt, waar het verder dichtbegroeid en vochtig is. Er moet zeker water in de buurt zijn. In Genk hebben boomkikkers uit De Maten hun weg gevonden naar de Stiemervallei.
BEVER
Wat? Een knaagdier dat bij het water leeft. Hij is heel schuw en voornamelijk s nachts actief. Daarom hebben nog niet veel mensen hem gezien.
Hoe herken je hem? Het grootste knaagdier van Europa met geelbruine tot zwarte vacht. Hij heeft een brede, afgeplatte staart, achterpoten met zwemvliezen en grote knaagtanden. Als er een bever in je buurt zit, merk je dat snel aan de sporen die hij achterlaat: afgeknaagde bomen, dammen gebouwd en het water dat hoog staat.
Waar? Na lange tijd van afwezigheid is de bever terug in onze contreien. Onder andere in de Stiemervallei, Bokrijk en De Mate
MOERASSPRINKHAAN
Wat? Een van de grotere sprinkhanen in onze contreien.
Hoe herken je hem? De soort is makkelijk te herkennen aan de opvallend gekleurde achterpoten: de onderkant van de achterdijen is rood, de knie zwart en de achterschenen zijn heldergeel en bezet met zwarte doorns. Hij maakt ook een metalig tikkend geluid, zoals een druppelende kraan.
Waar? Deze soort woont in moeras- en heidegebieden of in vennen maar kom je niet op veel plaatsen tegen. In Genk is deze sprinkhaan bijvoorbeeld te vinden in de Stiemervallei (Elsenhout) of in het Heempark.
ZWARTE SPECHT
Wat? Een schuwe bosvogel met teruggetrokken levenswijze die elk jaar een nieuw nest uithakt in dikke loofbomen.
Hoe herken je hem? Het de grootste specht van Europa en lijkt wat op een
kraai. Het is een zwarte vogel met rode kruin. Hij maakt een roffelend geluid dat langzamer en zwaarder is dan de grote bonte specht, een beetje zoals een mitrailleur.
Waar? De laatste jaren zien we meer zwarte spechten in Genk omdat onze bossen op een andere manier beheerd worden. Door bossen te laten verouderen, dood hout niet altijd weg te
nemen en bepaalde eiken en dennen een hoge leeftijd te laten bereiken, vergroot het areaal dat geschikt is voor de zwarte specht
LENTEVUURSPIN
Wat? Een kleine spin uit de familie van fluweelspinnen. Hij is erg zeldzaam en met uitsterven bedreigd. Toen er in België terug een lentespin werd gespot (in 2009) was dat wereldnieuws. Toen we enkele jaren later ook in Genk het spinnetje ontdekten (in 2022), haalden we opnieuw de voorpaginas.
Hoe herken je hem? De mannetjes zijn zwart met een helderrood achterlijf waarop vier grote zwarte stippen staan en twee kleine, een beetje zoals lieveheersbeestjes. De vrouwtjes zijn volledig zwart, met wat verspreide, gele beharing. Het is voor velen één van de mooiste spinnen in ons land.
Waar? Droge gebieden met voedselarme zandgronden, zoals heide. De bodem moet wel los en waterdoorlatend zijn, anders kunnen ze geen holletjes graven zonder te verdrinken. Doordat ze ondergronds leven, worden ze ouder dan andere spinnen.