De Opglabbekerzavel is een volwaardig leefgebied voor zeldzame diersoorten die specifiek zijn voor de heide. Door zijn ligging is de Opglabbekerzavel een groene stapsteen tussen de Mechelse heide en het militair Schietveld van Houthalen-Helchteren. Op die manier is Opglabbekerzavel dus een ecologische verbinding tussen belangrijke heidegebieden in Limburg waar onze zeldzame heidebewoners van profiteren.
Info over de soort
De gladde slang is een zeldzame soort in Vlaanderen maar leeft wel in Genkse heidegebieden en warmt zich graag op in het zonlicht in kleine, open plekken tussen heide/grassen. De gladde slang is een Europees beschermde soort. De huidige populaties zijn onderling geïsoleerd zodat geen uitwisseling van dieren en genetisch materiaal mogelijk is. De huidige leefgebieden moeten dan ook optimaal beschermd én beheerd worden. Ook het verbinden van leefgebieden kan gladde slangen helpen zodat er meer uitwisseling van genetisch materiaal plaatsvindt tussen de verschillende populaties.
Weetjes over de gladde slang :
Wist je dat de gladde slang...
- eierlevendbarend is? Dat wil zeggen dat de jongen in het ei 'gelegd' worden, maar er quasi meteen uitbreken!
- zich pas na 3 jaar kan voortplanten?
- niet giftig is? Wel kan ze heftig bijten wanneer ze belaagd wordt.
- zijn darmen volledig kan ledigen wanneer hij zich bedreigd voelt? Dit doet hij in de hoop dat de vieze geur zijn vijand doet vluchten.
- zich overdag meestal niet meer dan 10 meter verplaatst?
Info over de soort
De heivlinder is een typische soort van de heide, maar helaas is ze ook bedreigd. Daarom bestaat er een soortenbeschermingsprogramma voor deze vlinder. Als we de heide zo beheren dat de heivlinder er goed kan gedijen, krijgen we een heidelandschap dat ook waardevoller is voor andere insecten. Voor de Heivlinder, maar eigenlijk alle heidefauna is structuurvariatie in het landschap en een rijke lokale structuur belangrijk, en dat betekent eerder kleinschalig beheren.
Als ze zonnen met gesloten vleugels op een kaal stuk zand begroeid met korstmos, zijn ze bijna niet te zien. Typisch is dat de vliegende vlinder zich zet, en ineens schijnbaar verdwenen is. De heivlinder heeft ook nood aan een aantal waardplanten: fijn schapengras, duinzwenkgras en buntgras.
Weetjes over de Heivlinder
Wist je dat …
- Vrouwtjes een meer opvallende en contrasterende oranje tekening hebben dan mannetjes?
- De voorvleugel (onderkant) van het dier een oranje grondkleur heeft.
Info over de soort
De rugstreeppad is een herkenbare paddensoort met een dunne gele streep op zijn rug. Hij heeft opvallend korte poten waardoor hij niet zo'n goede zwemmer is. Tijdens de paartijd produceren de mannetjes een schelle ratelende roep om een vrouwtje te lokken.
Weetjes over de rugstreeppad:
Wist je dat…
- De rugstreeppad niet springt maar sprint? Met zijn korte pootjes lijkt zijn tred soms op die van een muis.
- De rugstreeppad een thermofiel is? Hij houdt van warmte en zoekt kleine warme plasjes op om zich voort te planten.
- De rugstreeppad op de Vlaamse Rode lijst staat als kwetsbaar aangeduid?
- De rugstreeppad in heel Europa bedreigd is en wordt beschermd door de Europese Unie.
Info over de soort
De zadelsprinkhaan dankt zijn Nederlandse naam aan de vorm van het halsschild dat sterk doet denken aan een zadel. Ze komt voor op warme, droge terreinen en is heel zeldzaam! Opglabbekerzavel is één van de weinige plaatsen in Vlaanderen waar de zadelsprinkhaan nog voorkomt.
De zadelsprinkhaan heeft een grote variatie aan omgevingen nodig. Zo legt ze haar eieren bijvoorbeeld in een kale bodem, terwijl de nimfen (jonge sprinkhanen) een kruidige vegetatie nodig hebben om zich in te verschuilen en smullen van grassen. De mannetjes zingen vanuit hoge struikheide of andere hoge plekken zoals brem of berk. Bovendien hebben zadelsprinkhanen geen vleugels en kunnen ze slecht springen. Ze hebben daarom al deze verschillende omgevingen binnen een kleine oppervlakte nodig.
Info over de soort
De kans is klein dat je een blauwvleugelsprinkhaan opmerkt als hij in het dorre gras zit. Met zijn zandkleurige camouflage leidt hij een onopvallend bestaan. Tot hij plots vriend en vijand opschrikt wanneer hij opspringt en zijn zachtblauwe achtervleugels uitslaat. De blauwvleugelsprinkhaan leeft van een plantaardig dieet, bestaande uit vooral grassen en kruiden.
Weetjes over de Blauwvleugelsprinkhaan :
Wist je dat de blauwvleugelsprinkhaan …
- zachtjes op de grond trommelen wanneer ze verstoord worden?
- zijn felle kleur gebruikt om vijanden af te schrikken?
- niet echt kan vliegen, maar wel enkele tientallen meters zweeft door zijn gefladder.
Info over de soort
Levendbarende hagedissen kunnen 11 tot 18cm groot worden en zijn grijs tot bruin met een variabel vlekkenpatroon. De levendbarende hagedis jaagt op allerlei ongewervelde dieren: insecten, spinnen, weekdieren, wormen. Hoewel hagedissen erom bekend staan echte zonnekloppers te zijn, gedijt de levendbarende hagedis ook prima bij koelere temperaturen. Dankzij dit aanpassingsvermogen voelt hij zich thuis in verschillende biotopen, op voorwaarde dat er water aanwezig is natuurlijk. Rond oktober gaat de levendbarende hagedis op zoek naar een winterschuilplaats.
De meeste hagedissen leggen eieren om zich voort te planten en moeten deze dan verder uitbroeden. De levendbarende hagedis doet het anders. De jongen ontwikkelen zich 3 maanden lang in het moederlichaam en komen omgeven door een dun vliesje ter wereld. Ze worden dus levend geboren.
Weetje over de levendbarende hagedis:
Wist je dat...
- Als de hagedis bij de lange staart wordt gegrepen, deze kan afbreken? Wanneer de staart wordt afgeworpen, gebeurt dit altijd bij een speciale wervel die zwakker is dan de andere wervels. De afgebroken staart blijft nog een tijdje wild kronkelen zodat vijanden zich op de staart concentreren en de hagedis kan ontsnappen. De staartstomp wordt dichtgeknepen door spieren zodat het bloedverlies beperkt blijft en er zich snel een korst kan vormen. Na een tijd groeit de staart weer aan, maar deze nieuwe staartstomp is altijd korter dan de oorspronkelijke staart en donkerder van kleur.