17/10/2019 - Stuurgroep leefmilieukwaliteit Genk-Zuid

Op 17 oktober 2019 vond de stuurgroep leefmilieukwaliteit Genk-Zuid plaats waarin de betrokken gemeenten, provincie Limburg, Vlaamse overheidsdiensten en het lokale bedrijfsleven zetelen. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) stelde de nieuwe meetresultaten lucht voor. Het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) maakte een inschatting van de betekenis van de meetresultaten voor de gezondheid van de omwonenden van het industriegebied. Aperam lichtte ook de resultaten van de nieuwe chroom(VI)-meetcampagne toe en rapporteerde over de genomen en nog geplande maatregelen om een verdere daling van de chroom(VI)- en nikkelemissies te realiseren.

Hoe zit het met de luchtkwaliteit in 2018 en 2019?

Zware metalen

In tegenstelling tot 2017 toen er nog verhoogde nikkelconcentraties waren in Genk-Zuid, werden in 2018 de Europese grenswaarde voor lood en de Europese streefwaarden voor arseen, cadmium en nikkel gehaald. Wel blijven de concentraties van nikkel, chroom en mangaan in Genk de hoogste van het Vlaamse meetnet. Voor chroom en mangaan zijn er geen Europese streefwaarden. In de eerste 6 maanden van 2019 zijn de nikkel-, chroom- en mangaanconcentraties vergelijkbaar met 2018.

Mede ingegeven door de bijzondere voorwaarden opgenomen in de milieuvergunning van Aperam liep er in 2018-2019 een nieuwe chroom(VI)-meetcampagne, waarvan de resultaten aan de stuurgroep werden toegelicht. Ten opzichte van de eerste metingen in 2010 werd er de afgelopen jaren een belangrijke daling in de meetwaarden voor Cr(VI) in de omgeving gezien. Evenwel lagen de meetwaarden voor chroom(VI) in de meetcampagne 2018-2019 hoger dan in de meetcampagne 2015-2016. Naast een hogere productie speelden ook de meteorologische omstandigheden tijdens de meest recente meetcampagne hierin een rol. Vooral in de tweede helft van de meetcampagne was er meer ZW-wind met gemiddeld hogere windsnelheden.

Sinds de start van de metingen ligt het jaargemiddelde van kwik ver onder de advieswaarde (1.000 ng/m³) gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Af en toe worden kortstondige, verhoogde concentraties gemeten.

Andere parameters

De VMM voert dioxine- en PCB-depositiemetingen uit in de industriezone (Swinnenweyerweg) en in de Loskaaistraat (de dichtstbijzijnde woonzone). De gemeten deposities van dioxines en PCB’s in de woonzone zijn veel lager dan deze in de industriezone. In 2018 en de eerste helft van 2019 lagen de maanddeposities en de jaargemiddelde depositie onder de drempelwaarden. Deze drempelwaarden zijn niet opgenomen in de Vlaamse wetgeving. De VMM gebruikt de drempelwaarden om aan te geven/in te schatten welke regio’s opvolging verdienen. De verontreiniging is het hoogst in de industriezone zelf, vlak bij Stelimet. Aangezien er op deze locatie geen link met de voedselketen is, gebeurt er op deze locatie geen toetsing aan de drempelwaarden. Een nieuwe meetplaats op industrieterrein in Zutendaal gaf aan dat de lokale schredder voor een verhoogde PCB-verontreiniging zorgt.

Vanaf 2009 meet de VMM de concentraties aan vluchtige organische stoffen zoals tolueen in de Mondeolaan. In 2018 werd de WGO-weekadvieswaarde en de WGO-geurdrempel gerespecteerd. Voor tolueen is er sinds 2015 opnieuw een stijgende trend die stabiliseert in 2018. Voor benzeen werden de Europese grenswaarde en VLAREM-grenswaarde niet overschreden in 2018, de gemeten concentraties waren laag.

De VMM meet fijn stof (PM10 en PM2,5) in Diepenbeek. In 2019 werden de fijnstofmetingen verplaatst naar de meetplaats in E. Fabrylaan. Ook voor fijn stof voldeden in 2018 alle gemeten concentraties aan de Europese grenswaarden. De WGO-advieswaarden voor PM10 en PM2,5 werden in 2018 overschreden. Dit is vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen.

De VMM meet polycyclische aromatische koolwaterstoffen in fijn stof (PM10) in de Bethaniëstraat. Op deze meetplaats ligt het jaargemiddelde van 2018 voor benzo(a)pyreen op 0,15 ng/m3 en dus ruim onder de Europese streefwaarde van 1 ng/m3. Dit gemiddelde is vergelijkbaar met het gemiddelde van het volledige Vlaamse meetnet (0,17 ng/m3) over dezelfde periode. Voor de eerste 4 maanden van 2019 zien we eenzelfde patroon. Het voorlopig gemiddelde voor Genk blijft op 0,15 ng/m³ terwijl het gemiddelde van het meetnet 0,14 ng/m³ bedraagt.

Hoe zit het met de impact op de gezondheid van de omwonenden?

Zware metalen

Er blijft een verhoogd risico op gezondheidseffecten bestaan door de aanwezigheid van zware metalen in de omgevingslucht. Dit risico is het hoogst in de nabijgelegen woonzones ten noordoosten van de industriezone Genk-Zuid. Zorg en Gezondheid beoordeelt dit extra risico niet als onaanvaardbaar hoog, maar vooral de concentraties (zeswaardig) chroom en in mindere mate nikkel zijn gezondheidskundig niet verwaarloosbaar. De longen zijn het meest gevoelig voor blootstelling aan deze zware metalen: levenslange blootstelling aan de gemeten concentraties houdt een extra risico op longkanker in. Verdere inspanningen om de emissies te doen dalen, zeker voor zeswaardig chroom, blijven vanuit gezondheidskundig standpunt wenselijk.

Andere parameters

De dioxine-achtige-PCB’s in het meest zuidelijke deel van de woonzone Langerlo blijven een aandachtspunt. De bewoners van deze woonzone kunnen blootstelling vermijden door geen eieren van eigen kippen te eten, zoals reeds in het verleden geadviseerd.

De gemeten concentraties fijn stof, benzeen en PAK’s in de omgeving van Genk-Zuid zijn gezondheidskundig relevant maar de concentraties zijn evenwel vergelijkbaar met de situatie in de rest van Vlaanderen.

Preventietips

Door het toepassen van enkele eenvoudige preventietips kunnen de risico’s aanzienlijk verlagen. Deze kan je terugvinden op www.genk.be/genkzuid. Natuurlijk blijft bronopsporing en bronaanpak de belangrijkste maatregel.

Verdere acties

Om een verdere daling van de chroom(VI)- en nikkelemissies te realiseren werd, mede ingegeven door de bijzondere voorwaarde in de milieuvergunning van Aperam, in 2017 een actieplan voor de periode 2017-2020 uitgewerkt. De reeds uitgevoerde en de nog geplande acties werden toegelicht. De tot nu toe genomen maatregelen blijken een impact te hebben op de nikkel- en chroomemissies. De gevoerde onderzoeken en de recente meetresultaten tonen de complexiteit van de problematiek. Aperam engageert zich om te blijven werken aan mogelijk nieuwe acties om ook de emissies van Cr(VI) verder te doen dalen. Over de voortgang zal er jaarlijks gerapporteerd worden. 

De resultaten voor de nieuwe meetplaats voor dioxine- en PCB-depositiemetingen in de buurt van een schrootverwerkend bedrijf in Zutendaal worden nauwgezet opgevolgd.

Vanuit het departement Omgeving lopen de Vlaamse campagnes “Gezond uit eigen grond” en “Stook slim” in 2019 verder.

Het onderzoek in verband met de merkers voor DNA-schade dat in navolging van de humane biomonitoring in Genk-Zuid werd gestart is lopende. Doel is om meer inzicht te krijgen in de bepalende factoren voor deze verschillende merkers. De resultaten worden in het voorjaar van 2020 verwacht. 

Uit de resultaten van de humane biomonitoring bleek dat de jongeren naast een beperkte invloed vanuit het industrieterrein ook een sterke invloed hadden van dingen die we klasseren onder onze eigen levensstijl (voeding, verkeer, stookgedrag in onze omgeving, …). Daarom dat er vanuit de Vlaamse overheid ook gezocht wordt naar globale maatregelen die een bijkomende verbetering geven van de luchtkwaliteit in onze leefomgeving.

Met de Vlaamse Green Deal Huishoudelijke houtverwarming die op 22 oktober 2018 werd ondertekend en die momenteel in uitvoering is, is het de bedoeling om via een systematische aanpak, een gestructureerd actieplan en een brede samenwerking van betrokken overheidsinstellingen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere betrokken actoren tot oplossingen te komen die de uitstoot en negatieve impact van huishoudelijke houtverwarming verder drastisch beperken. De acties van de Green Deal richten zich niet enkel op een versnelde uitfasering van de oude en vervuilende houtkachels en open haarden, maar zetten ook in op een betere dimensionering en plaatsing, beter onderhoud en nazicht en een slimmer gebruik van het houtstooktoestel. Immers, ook de installatie, het onderhoud en het stookgedrag hebben een grote invloed op de uitstoot van o.a. fijn stof, zowel bij oude als nieuwe toestellen. Wat het verbeteren van het stookgedrag betreft zal voornamelijk gesteund worden op nieuwe communicatiecampagnes en de uitwerking van een code van goede praktijk. Wat dimensionering, plaatsing, onderhoud en inspectie betreft is Vlaamse regelgeving een mogelijke piste.

De stuurgroep Genk-Zuid blijft de situatie nauwgezet opvolgen en zorgt voor een verdere gecoördineerde aanpak.