Op 14 februari 2019 vond de stuurgroep leefmilieukwaliteit Genk-Zuid plaats waarin de betrokken gemeenten, provincie Limburg, Vlaamse overheidsdiensten en het lokale bedrijfsleven zetelen. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) stelde de nieuwe meetresultaten lucht voor. Het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) maakte een inschatting van de betekenis van de meetresultaten voor de gezondheid van de omwonenden van het industriegebied.
Hoe zit het met de luchtkwaliteit in 2018?
Zware metalen
In de eerste 9 maanden van 2018 zijn de lood-, arseen- en cadmiumconcentraties laag. Verder ligt in deze periode het gemiddelde voor nikkel lager dan in 2017, wel blijven de concentraties in Genk de hoogste van het Vlaamse meetnet. Waarschijnlijk zullen in 2018 alle Europese grens- en streefwaarden voor zware metalen gehaald worden. De lagere concentraties in 2018 zijn deels een gevolg van de gunstige meteo-omstandigheden met veel wind uit noordoostelijke richting. Naast nikkel zijn er in de regio Genk in de eerste 9 maanden van 2018 ook verhoogde chroom- en mangaanconcentraties. Voor chroom en mangaan zijn er geen Europese streefwaarden.
Sinds de start van de metingen ligt het jaargemiddelde van kwik ver onder de advieswaarde (1.000 ng/m³) gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Af en toe worden kortstondige, verhoogde concentraties gemeten.
Het bedrijf Aperam heeft in 2018 verdere investeringen uitgevoerd in het kader van het afgesproken actieplan.
Andere parameters
De VMM voert dioxine- en PCB-depositiemetingen uit in de Swinnenweyerweg (industriezone) en in de dichtstbijzijnde woonzone, met name in het meest zuidelijke deel van Langerlo in de Loskaaistraat. De gemeten deposities van dioxines en PCBs in de woonzone zijn veel lager dan deze in de industriezone. In 2018 lag geen enkel van de 5 beschikbare maandstalen hoger dan de maandgemiddelde drempelwaarde. Deze drempelwaarde is niet opgenomen in de Vlaamse wetgeving. De VMM gebruikt de drempelwaarden om aan te geven/in te schatten welke regios opvolging verdienen. De verontreiniging is het hoogst in de industriezone zelf, vlak bij Stelimet. Aangezien er op deze locatie geen link met de voedselketen is, gebeurt er op deze locatie geen toetsing aan de drempelwaarden.
Vanaf 2009 meet de VMM de concentraties aan vluchtige organische stoffen zoals tolueen in de Mondeolaan. In 2017 was er twee maal een overschrijding van de WGO-geurdrempel voor tolueen, in 2018 werd die wel gerespecteerd . De WGO-weekadvieswaarde werd gerespecteerd. Voor tolueen is er, sinds 2015 opnieuw een stijgende trend die stabiliseert in 2018. Voor benzeen werden de Europese grenswaarde en VLAREM-grenswaarde niet overschreden.
De VMM meet fijn stof (PM10 en PM2,5) in Diepenbeek. Ook voor fijn stof voldeden alle gemeten concentraties aan de Europese grenswaarden. De WGO-advieswaarde voor de daggemiddelde PM10-concentratie werd voor het eerst gehaald in 2016, maar werd in 2017 en 2018 opnieuw overschreden. De overige WGO-advieswaarden voor PM10 en PM2,5 werden ook overschreden. In 2017 was dit vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen. Voor PM2,5 was er op alle meetplaatsen in Vlaanderen een overschrijding van de WGO-advieswaarden. Voor PM10 was er op 31 van de 36 meetplaatsen een overschrijding van de WGO-jaaradvieswaarde en op alle meetplaatsen voor de WGO-dagadvieswaarde. In 2019 zullen er ook fijn stof metingen opgestart worden op de meetplaats in E. Fabrylaan.
De VMM meet polycyclische aromatische koolwaterstoffen in fijn stof (PM10) in de Bethaniëstraat. Op deze meetplaats ligt het voorlopig jaargemiddelde van 2018 voor benzo(a)pyreen op 0,10 ng/m3 en dus ruim onder de Europese streefwaarde van 1 ng/m3. Dit gemiddelde is vergelijkbaar met het gemiddelde van het volledige Vlaamse meetnet (0,11 ng/m3) over dezelfde periode (januari tot en met juli).
Hoe zit het met de impact op de gezondheid van de omwonenden?
Zware metalen
Er blijft een verhoogd risico op gezondheidseffecten bestaan door de aanwezigheid van zware metalen in de omgevingslucht. Dit risico is het hoogst in de nabijgelegen woonzones ten noordoosten van de industriezone Genk-Zuid. Zorg en Gezondheid beoordeelt dit extra risico niet als onaanvaardbaar hoog, maar vooral de concentraties (zeswaardig) chroom en in mindere mate nikkel zijn gezondheidskundig niet verwaarloosbaar. De longen zijn het meest gevoelig voor blootstelling aan deze zware metalen: levenslange blootstelling aan de gemeten concentraties houdt een extra risico op longkanker in. Verdere inspanningen om de emissies te doen dalen, zeker voor zeswaardig chroom, blijven vanuit gezondheidskundig standpunt wenselijk.
Andere parameters
De dioxine-achtige-PCBs in het meest zuidelijke deel van de woonzone Langerlo blijven een aandachtspunt. De bewoners van deze woonzone kunnen blootstelling vermijden door geen eieren van eigen kippen te eten, zoals reeds in het verleden geadviseerd.
De gemeten concentraties fijn stof, benzeen en PAKs in de omgeving van Genk-Zuid zijn gezondheidskundig relevant maar de concentraties zijn evenwel vergelijkbaar met de situatie in de rest van Vlaanderen.
Preventietips
Door het toepassen van enkele eenvoudige preventietips kunnen de risicos aanzienlijk verlagen. Deze kan je terugvinden op www.genk.be/genkzuid. Natuurlijk blijft bronopsporing en bronaanpak de belangrijkste maatregel.
Verdere acties
Mede ingegeven door de bijzondere voorwaarden opgenomen in de milieuvergunning van Aperam is een nieuwe chroom(VI)-meetcampagne lopende. De resultaten hiervan worden dit najaar verwacht. Ook over de genomen en nog geplande maatregelen om een verdere daling van de chroom(VI)- en nikkelemissies te realiseren, wordt dit najaar opnieuw gerapporteerd.
Vanuit de stuurgroep werden de afspraken omtrent de schrootverwerkende bedrijven aanwezig in Genk-Zuid kort besproken. De stuurgroep zal zijn vraag aan Vlaanderen herhalen om een specifiek wetgevend kader te voorzien.
De VMM voerde tot nu metingen van dioxines en PCBs uit op 2 locaties in de regio Genk. In de industriezone meet de VMM op het terrein van Aquafarm. Dit bedrijf zette eind 2018 haar activiteiten stop maar voorlopig kan de VMM er nog verder blijven meten. De VMM start op 2 nieuwe locaties simultane metingen op met als doel na te gaan hoe die resultaten zich verhouden tot de meetplaats bij Aquafarm. Metingen in de omgeving van Stelimet blijven noodzakelijk, de VMM meet op deze locatie dioxine- en PCB-deposities die behoren tot de hoogste van het Vlaamse meetnet.
Op vraag van de stuurgroep onderzoekt de VMM de mogelijkheid om sneller een waarschuwing te geven bij hogere meetresultaten zodat door de afdeling Handhaving en de bedrijven sneller kan gereageerd worden.
Vanuit het departement Omgeving lopen de Vlaamse campagnes Gezond uit eigen grond en Stook slim in 2019 verder.
De stuurgroep Genk-Zuid blijft de situatie nauwgezet opvolgen en zorgt voor een verdere gecoördineerde aanpak.