Ludo Hardy

Genker triptiek

 

 

een schilder in het landschap

zoekt naar licht en kleur

zijn voetafdruk in het zand

 

het ven weerspiegelt een rafelig schijnsel

hij penseelt een laat streepje zon

in een eeuwenoude taal

 

de schilder glimlacht goedkeurend

en signeert

Emile Van Doren

 

 

 

klimmend op de terril

verworden dennen tot berken

en berken muteren tot zeldzame grassprieten

hier borrelt stilte op uit de diepte

en kolengruis hoest beelden van vroeger

wat ooit beneden was is nu hierboven

altijd staat de deur naar gisteren op een kier

ergens in Genk achter een gordijn van stof

hapt een mijnwerker naar adem

 

 

 

Genk

 

mijn stad gonst

 

mijnstad

onder de grond een gatenkaas

destijds kolenzwart nu een regenboog

 

vreemde woorden geurig als kruiden

waaien door de straten

 

cafés lachen azuurblauw

en smaken mierzoet

 

een belfleur leunt zilvergrijs

tegen het avondrood

 

mijn stad leeft