Damie François

Klanken glijden

Klanken glijden

over de snaren

van het levenslied.

Diep

zingen ze het lied

van alle begin.

Druppels levensadem

kleuren de laatste noten

in het zand

van de eeuwigheid.

 

 

Ik wandel

Ik wandel,

stap voor stap

mijn voeten,

zonder te weten.

Het ongewisse is mijn gids

De naald draait dol op het glas van de verdwaling.

Verlangen naar vergetelheid

Ik wandel,

stap voor stap,

mijn voeten 

in het spoor van onzichtbare stappen,

geen richting, geen doel.

Een vogel fluit zijn anonieme lied

Flarden van mijn leven flitsen

tussen de verhalen in de lucht,

op zoek naar hun juiste bestemming.

Ik wandel,

stap voor stap,

naar plaatsen zonder naam

met hun verleden in mijn heden

naar mensen,

vluchtig door mij heen

hun afdruk toch

onuitwisbaar in mijn hart.

Ik wandel...

 

 

Ik frazel

Ik frazel, ik prevel, ik fluister en zing

ons levenslied

op jouw lippen.

 

Ik wandel, ik huppel, dartel en speel

met je mee

het spel van jouw leven

in mij.

 

Scherven

hier en daar,

smelten samen

in een glanzende spiegel

na een lange tocht

door het soms troebele water –

dan ongeduldig, gedreven, passioneel,

dan weer zacht kabbelend en hunkerend –

om samen te vloeien in een

heldere stroom

waarin alfa en omega elkaar raken.

 

Ik kijk en zie

en lees

je adem

in de ochtendnevel.

 

Ik hoor en luister en vind

je stem

in mijn hart.

Ingesloten.

 

Ik verlang en ontvang, ik geef en deel

mezelf … jou … ons

onbegrensd.

 

Ik omarm, ik zie graag, houd van

jou

toen, nu en nog…