Bosbeheerplan

Genk beschikt over meer dan 1.100 hectare aan bossen. Om al deze bossen goed te kunnen beheren, werd in 2006 een bosbeheerplan opgesteld. Dit werd door de experten van het Agentschap van Natuur en Bos goedgekeurd en samen met hen voeren we dit plan uit. De ambitie van de stad Genk met haar bossen wordt hierin vastgelegd.

Ambitie

In het bosbeheerplan zijn drie hoofddoelen vastgelegd:

  • De stad wilt van haar bossen veelzijdige, waardevolle ecosystemen maken waar ruimte is voor plant, dier en mens.
  • We willen de toegankelijkheid van de bossen behouden en verbeteren en hebben dus een bijzonder oog op de veiligheid van de bossen.
  • Daarnaast blijft hout een waardevolle, hernieuwbare grondstof die we op een duurzame manier gebruiken met een ecologische én economische winst als gevolg.

Noodzaak

‘Kan je de natuur niet met rust laten?’ is een vraag die we vaak krijgen wanneer het over bosbeheer gaat. Het antwoord op deze vraag is zowel ‘nee, maar’ als ‘ja, maar’. De natuur kan je z’n gang laten gaan, wanneer de uitgangssituatie al een ‘natuurlijk systeem’ is.

De bittere realiteit is dat de Genkse bossen vandaag de dag erg ver van een natuurlijke situatie verwijderd zijn. Daarom moeten we eerst ingrijpen om de bossen om te vormen naar zo’n natuurlijk systeem. Vanaf dan pas kan de natuur ‘gerust gelaten worden’.

Natuurlijke bossen

Zonder de invloed van de mens zou Vlaanderen en dus ook Genk, bestaan uit weidse bossen met heel wat variatie. In de nattere beekvalleien vind je immers andere boomsoorten (els, wilg, …) dan op de drogere, zandige heuvels. Verspreid doorheen deze bossen zou je open plekken vinden, waar er een boom is omgevallen door ouderdom, ziekte, storm,… Deze plotse inval van licht en wind en alles wat ermee gepaard gaat, kan lokaal een grote schok betekenen, waardoor de plek groter wordt. Na verloop van tijd vinden toch weer zaadjes van aangepaste (bosrand)bomen hun weg naar deze open plek, waardoor de plek op termijn weer dicht groeit.

Al deze processen zouden zich tegelijkertijd afspelen, op grote schaal verspreid doorheen het land. Op die manier is er altijd wel ergens een plekje voor een plant- of diersoort om zich thuis te voelen.

Vandaag de dag is de menselijke invloed niet meer weg te denken. We vertrekken vanuit heel kleine, gefragmenteerde bosbestandjes die zeer weinig variatie bevatten. De natuurlijke processen kunnen hier niet spelen. Daarom willen we eerst meer variatie creëren, zowel op vlak van soorten als van structuren (gesloten bossen, bosranden, open plekken,…).

Genkse bossen

De mens heeft altijd z’n impact gehad op het landschap. Zo was Genk voor de mijnindustrie een weids heidelandschap met hier en daar een beekvallei en enkele woonkernen. Dit heidelandschap werd in stand gehouden door de begrazing van vee. De zandgrond was immers te voedselarm om er voedsel op te verbouwen.

In de 19e eeuw werd er besloten om de heide winstgevend te maken en werd deze integraal bebost met het oog op snelle houtproductie. En die gedachtegang werd enkel nog versterkt ten tijde van de mijnen. Dat resultaat mogen we vandaag zien: eentonige bossen die bestaan uit grove den of Corsicaanse den, met een ondergroei van ongewenste soorten. Dit soort bossen hebben een zeer beperkte ecologische meerwaarde, er is dus werk aan de winkel!

Uitdagingen

Dat de wereld verandert, zal ondertussen voor niemand nieuws zijn. We kampen met globale opwarming, stikstofdepositie, zure regen, enzovoort. Dit maakt de uitdagingen voor de natuur enkel groter. Op al van deze uitdagingen proberen we een antwoord te bieden via het bosbeheer. We plannen de bossen van vandaag om te vormen naar bossen van de toekomst, die bestendig zijn tegen het klimaat en alle veranderingen die daarbij horen.

Leer meer over bosomvorming

Hout: een duurzame grondstof

Het lijkt raar, maar hout is één van de duurzaamste grondstoffen die bestaan. Een boom zal in zijn leven heel wat CO2 opslaan in zijn hout. Wanneer dit hout gebruikt wordt om bijvoorbeeld meubels van te maken, verzekeren we de opslag van dit broeikasgas. Wanneer we de boom laten sterven en hij dus door kevers, schimmels, … wordt omgevormd tot humus, komt alle CO2 terug vrij.

Dood hout brengt dus heel wat biodiversiteit met zich mee, want alle kevers en schimmels hebben deze grondstof nodig. Anderzijds komen de opgeslagen broeikasgassen terug vrij. Het is dus zaak om dit in balans te houden. Daarom voorziet het bosbeheerplan erin om te streven naar grote, dikke, oude bomen die op tijd en stond gerooid kunnen worden. Op deze manier produceren we hout van hoge kwaliteit, waardoor we verzekeren dat de broeikasgassen voor lange tijd opgeslagen zullen blijven zitten. Dit hout zal niet snel als brandhout gebruikt worden!

Dat brengt natuurlijk een aardige duit op voor de stad. De opbrengsten van het bosbeheer steken we integraal terug in natuurprojecten! Zo kan de stad aannemers en een herder aanstellen om het beheer van onze natuur uit te voeren. Daarnaast zijn er op die manier ook middelen beschikbaar om te investeren in bijvoorbeeld afrastering en de aanplant en het onderhoud van nieuwe bomen. De manier waarop we de bomen oud laten worden, verzekert tegelijk de grootste biodiversiteit. Zo creëren we bossen met een duurzame opbrengst én een grote natuurwaarde. Er kan dan altijd besloten worden om de bomen te behouden.